Hoofdstuk 2
Vanaf hier begint mijn verhaal...
Vanochtend werd ik al vroeg wakker, te vroeg voor mijn doen, maar ja. Vandaag weer naar school, ik had net vakantie achter de rug dus dat zou wel even wennen worden... Ik hoor in de keuken iemand neuriën, dat zal oma wel zijn, ze is echt een schat. Misschien maakt ze wel een ontbijtje voor me klaar.
Ik kleed me vlug aan en loop de keuken binnen, daar zit oma al, ze heeft cornflakes voor me klaar gemaakt, we kletsen gezellig wat en ik mopper over school. "Ik heb er zó geen zin in, weer huiswerk enzo." Maar oma kan er alleen om lachen, "je maakt je veel te druk, wees blij dat je naar school kan, niet alle kinderen krijgen daar de kans voor." Ja ja, denk ik, probeer het maar weer goed te praten.
Snel doe ik mijn haar goed en poets ik mijn tanden, de bus komt zo en ik moet niet te laat zijn! Maar dan ontdek ik iets vreselijks; een puist! Oh nee, maar ik kan er niets meer aan doen. Over 1 minuut staat de bus er al.
Snel geef ik oma nog een knuffel. "Goed je best doen hè kind, ik ben trots op je!", ik geef haar nog een kus en ren dan snel naar de bus, die staat al buiten te wachten.
In de bus word ik als tweede opgehaald, Jelle Koopman zit al in de bus. Ik ging naast hem zitten, "hoi" was het enige wat ik kon zeggen. Ik had hem in de vakantie een keer gezien, hij is knap! Ik vind hem nu al leuk. Hij vroeg in welke klas ik zat, en we bleken in dezelfde klas te zitten, hij is opgestroomd! Ik moest een glimlach onderdrukken, hij mag niet weten dat ik hem leuk vind, maar mijn dag kan niet meer stuk!
Na school kom ik Jelle wéér tegen! We maken een praatje, gewoon over alledaagse dingen...
Maar dan krijg ik telefoon, ik kijk Jelle even aan, "neem maar op hoor" zegt hij en ik haal mijn mobiel uit mijn zak. Ik zie dat het oma is, er zal toch niets gebeurt zijn?
"Met Laura. Hoi oma" ... "In het ziekenhuis, maar waarom?!" ... "Oke, niets ernstigs dus, voor onderzoek?" ... "Blijven?! Maar dan ben ik alleen thuis" ... "Oke, ik hou me taai oma, jij ook hè? Tot morgen, dan kom ik op bezoek!"
Ik beëindig het gesprek en stop de telefoon weer in mijn broekzak, Jelle kijkt me vragend aan. "Is er iets?", vraagt hij. Wat is het toch een schat! Ik vertel hem het verhaal, dat ik bij mijn oma woon en dat ze in het ziekenhuis ligt, en dat ze daar 2 nachtjes moet blijven.
"Zal ik met je mee naar huis gaan, dan ben je niet zo alleen...", het lijkt of hij een excuus zoekt om met me mee te kunnen, zou hij me dan toch leuk vinden? "graag!", zeg ik dan ook en samen gaan we met de bus naar mijn huis.
"Met Laura. Hoi oma" ... "In het ziekenhuis, maar waarom?!" ... "Oke, niets ernstigs dus, voor onderzoek?" ... "Blijven?! Maar dan ben ik alleen thuis" ... "Oke, ik hou me taai oma, jij ook hè? Tot morgen, dan kom ik op bezoek!"
Ik beëindig het gesprek en stop de telefoon weer in mijn broekzak, Jelle kijkt me vragend aan. "Is er iets?", vraagt hij. Wat is het toch een schat! Ik vertel hem het verhaal, dat ik bij mijn oma woon en dat ze in het ziekenhuis ligt, en dat ze daar 2 nachtjes moet blijven.
"Zal ik met je mee naar huis gaan, dan ben je niet zo alleen...", het lijkt of hij een excuus zoekt om met me mee te kunnen, zou hij me dan toch leuk vinden? "graag!", zeg ik dan ook en samen gaan we met de bus naar mijn huis.
Eerst maken we huiswerk, ik merk dat hij af en toe stiekem naar mij kijkt, ik zit niet heel erg met mijn hoofd bij het huiswerk, maar krijg het wel af. Dan kletsen we nog wat en dan is het ook al weer tijd voor om Jelle om naar huis te gaan. Het is al laat en begint donker te worden.
Buiten nemen we afscheid, het is wat ongemakkelijk, en Jelle doet een beetje nerveus. Opeens pakt hij mijn handen beet en kijkt me in de ogen, "zullen we morgen weer afspreken?". Ik wil hem wel in de armen vliegen zo blij ben ik, maar dan bedenk ik dat ik naar oma in het ziekenhuis zou gaan. "Sorry Jelle, ik moet morgen na school naar mijn oma in het ziekenhuis." Maar Jelle weet al een oplossing, hij biedt aan mee te gaan en ik zeg dat me dat wel leuk lijkt. We hebben dus morgen weer een afspraakje! Ik denk dat ik verliefd ben op Jelle, smoorverliefd... Morgen ga ik naar oma, ik vind het spannend, maar Jelle is bij me.
Als Jelle terug naar huis loopt blijf ik achter, maar toch is Jelle bij me, in een klein hoekje van mijn hart...
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
De volgende dag gaan Jelle en ik samen naar het ziekenhuis, ik vind het best wel spannend, wat zal er met oma zijn? Ze moet sowieso nog een nachtje blijven... Maar Jelle ziet wel dat ik nerveus ben en probeert me op te fleuren, wat een schat is hij toch!
Mijn oma ligt op een aparte kamer zodat we even kunnen bijpraten. We hebben het over alledaagse dingen en ik stel Jelle aan haar voor als een 'klasgenoot'. Ze lijkt wat afwezig en ik heb het gevoel dat ze om iets heen probeert te draaien, wat wil ze me niet vertellen? "Oma, wanneer mag je weer naar huis?", vraag ik dan toch maar, anders krijg ik het antwoord nooit. Oma kijkt me aan en antwoord dan; "lieverd, ik ben ziek, de dokter weet niet precies wat ik heb, daarom moet ik nog 2 nachtjes blijven, sowieso, dan weet de dokter wat er mis is. Maar het kan ook iets ergs zijn en dan moet ik blijven. Maar jij red je wel hè? Je bent een sterke meid..." Ik weet niet wat ik hoor! Oma die ziek is! Wat als ze dood gaat? Ik wil haar nog zoveel vragen stellen maar de zuster komt om te zeggen dat het bezoekuur voorbij is. Jelle neemt me mee, hij slaat zijn arm om mijn schouder.
Maar eenmaal uit het ziekenhuis kan ik me niet meer inhouden, ik ren weg, de tranen lopen over mijn wangen, wat een rotleven heb ik toch. Mijn ouders zijn er nooit voor me geweest en nu mijn oma in het ziekenhuis, waarom moeten ze mij hebben! Snikkend ren ik en ren ik, geen idee waarheen. Achter me hoor ik Jelle roepen; "Laura. laura wacht! Kom terug!" Ik heb wel in de gaten dat het zo niet gaat. Dus sta ik stil, hijgend komt hij bij me staan en geeft me een knuffel. "We gaan ergens even een glaasje fris halen oke?" Hij trekt me mee naar een terras en besteld 2 glazen cola.
Ik kom op adem, Jelle zit me aan te staren. "Gaat het weer?" Ik knik ja, "maar het was wel schrikken". "Ja, dat snap ik!", zegt Jelle en vervolgt daarna zijn verhaal: "Zullen we even een stukje wandelen? Het is nog niet donker."
Ik stem toe, misschien doet het me goed... En met Jelle in de buurt gaat het sowieso al beter. Ik voel me al weer wat vrolijker wanneer we het terrasje verlaten en richting de natuur wandelen, weg uit de drukke stad. Nu even niet meer aan oma denken, zeg ik tegen mezelf.
We lopen een eindje weg van de stad, bij een meertje staat Jelle opeens stil, ik vind het een beetje eng, wat wil hij?
Maar dan pakt hij mijn hand en geeft me snel een kus op mijn wang! Of op mijn mond, het ging zó snel dat ik het niet meer weet. Maar voor ik hem aan kan kijken rent hij weg, is hij verlegen ofzo? Waarom rent hij weg!
Er stroomt een geluk gevoel door me heen maar tegelijkertijd vind ik het wel raar, waarom durfde hij het niet gewoon te zeggen, ik had hem nog willen vragen of we nu verkering hadden, dat zou natuurlijk super zijn, maar ik weet het niet. Ik kan het hem niet meer vragen, misschien spreek ik hem morgen voor school nog wel! Ik ben zó verliefd, even hoef ik niet meer aan oma te denken...
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Volgende dag...
Ik ben al vroeg op school, misschien tref ik Jelle nog, dan vraag ik hem gewoon. Ik vind het wel spannend maar ik moet toch weten waar die kus goed voor was? Daar komt hij, een raar gevoel gaat door mijn maag.
"Hoi", zeg ik. Ik zie dat hij gespannen is. "ehmm, dat van gisteren, dat kan ik uitleggen... Nee, niet, ik wil wat ehh, nou ehh...", Jelle komt niet uit zijn woorden. "...vragen?" maak ik zijn zin af. Hij knikt.
Hij pakt mijn hand, kijkt even naar links en rechts en vraagt dan: "Lieve Laura, ik ben verliefd op je, wil je verkering met me?"
Yes!!! Hij vraagt het eindelijk. En ik kan bijna 'ja' schreeuwen maar dat doe ik niet. Ik houd me in en antwoord "ja, graag!"
Dan komt zijn hoofd dichterbij, we zoenen bijna! Ik voel me zó gelukkig... Na een lange zoen moeten we toch echt haast maken want er komen al kinderen het schoolplein op en ze mogen ons niet zo zien!
Hij roept nog een "tot ziens!" en rent dan richting zijn vrienden. Ik loop richting de deur, de bel zal zo wel gaan.
Ik kan mijn hoofd niet echt bij de les houden, ik moet alsmaar aan Jelle denken, daardoor vergeet ik bijna dat ik nog naar oma moet, uit school haast ik me naar haar toe. Ze zat al op me te wachten, we mogen in een apart kamertje waar we rustig kunnen praten, er is ook een dokter bij, maar waarom? Er is toch niets ernstigs met oma?
De dokter stelt zich voor en we nemen plaats op de stoelen. "Je oma is ongeneeslijk ziek, de ziekte zit over haar hele lichaam. Het is niet meer te verhelpen, je oma zal hier moeten blijven, tot ze overlijd. Hier krijgt ze de beste zorg." Oma kijkt me aan, volgens mij heeft ze medelijden met me. "Maar, dan komt ze niet meer thuis!", zeg ik verontwaardigd en boos tegelijk.
"Je mag bij je oma slapen, hier in het ziekenhuis. Ik weet dat het heel vervelend is, maar je oma haalt het einde van de week niet. Ze is in een paar dagen tijd heel erg achteruit gegaan.", de dokter kijkt me aan. Ik kan mijn tranen haast niet bedwingen. "Waar moet ik naar toe als oma er niet meer is?", vraag ik. Oma zegt; "je erft een groot deel van van mijn geld, je kan in een flatje gaan wonen en zo ook nog je school kan afmaken, je moet immers nog maar 2 jaar. Daarna kan je gaan werken." Ik vind het geen goed idee, maar ik heb geen keuze.
Morgen zal ik oma's huis te koop moeten zetten, en opzoek gaan naar een kamer in een flat. Het is zo onwerkelijk, want oma is er nog, maar ze komt niet meer thuis...
Die nacht kan ik niet zo goed slapen, er gaan allerlei gedachtes wirwar door mijn hoofd. Oma ligt rustig te slapen alsof er niets aan de hand is. Als ze morgen maar weer wakker wordt, de dokter zei dat ze ook in haar slaap kon overlijden.
Huiswerk heb ik niet gemaakt, ik ga morgen ook niet naar school, daar staat mijn hoofd even niet naar. Morgen ga ik de makelaar bellen, misschien kan hij me snel helpen, ik heb snel een kamertje nodig, en oma's huis moet dan dus ook verkocht zijn... Maar nu ga ik proberen te slapen, "welterusten" mompel ik nog en val dan eindelijk in slaap.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Vandaag ga ik naar de makelaar, ik neem de taxi. Ik vertel hem dat ik een huis wil verkopen en van dat geld kamer in een flat wil kopen. "Ik heb een mooie flat in deze stad, daar heb ik een paar kamers, als er één tussen zit die je mooi vindt kunnen we hem ruilen voor het huis, is dat een goede deal?", stelt de makelaar voor. Ik stem toe... Vanmiddag kan ik al komen kijken in de flat!
De flat ziet er mooi uit, er hoeft niets meer aan gedaan te worden! Ik onderteken een contract en het is geregeld! Over 2 dagen ruilen we de sleutels om en kan ik officieel in mijn 'nieuwe huisje' trekken. Het geeft een dubbel gevoel. Ik vind het heel fijn een huisje te hebben maar om het huis te missen waar ik ben opgegroeid, dat vind ik lastig. Maar ik moet niet te veel dromen!
Ik besluit nog even langs oma's huis te gaan, er moet nog een was gedaan worden en misschien kan ik was schoonmaken.
Maar net voordat ik thuis ben krijg ik telefoon, ik herken het nummer niet. Ik neem op, "Met Laura Maarrens." Ik krijg de dokter aan de lijn. Mijn oma! Ze is vanochtend goed wakker geworden, maar nu, ze werd niet lekker en is zo onderuit gezakt, neergestort om het zo maar te zeggen. Ze is er niet meer... Ik heb haar vanochtend nog een zoen gegeven, "tot vanmiddag!" zei ik nog. Maar ze is er niet meer.
Ik barst in huilen uit, de dokter vraagt me naar het ziekenhuis te komen, er moeten nog veel dingen geregeld worden.
Ik kan mijn tranen niet bedwingen, mijn oma, die er altijd voor me was, ze is er niet meer! "Dit is een moeilijke gebeurtenis en je moet het verwerken op je eigen manier, maar je moet ook door", zegt de dokter. Ik weet het niet meer, ik wil het ook niet weten, mijn oma, ze is niet meer hier, ik heb niet eens echt afscheid kunnen nemen...